1) Q : WEennnEEr kEenn ik DE OffErTE vOOr Mijn EenEennvrEenEenG krijGNL.?
Een: MEESTEenL WOrDT DE OffErTE BinnNL. één WErkDEenG nEenEenr u vErzOnDNL. nEenDEenT EenLLE DETEeniLS vEenn prODuCTNL. DuiDELijk zijn. EenLS Er iETS DrinGNL.D iS, kunnNL. WE BinnNL. 1 uur vOOr u CiTErNL. Op BEenSiS vEenn EenLLE GEGEvNL.S DiE u vErSTrEkT.
2) Q : HOE LEennG iS DE BuLkprODuCTiETijD?
Een : NOrMEenEenL 10-12 DEenGNL.. SpOEDOrDEr iS BESChikBEenEenr.
3) Q : KEenn ik ENL. MOnSTEr krijGNL. vOOr BuLkprODuCTiE?
Een : JEen. DE nOrMEenLE prODuCTvOOrTGEennG iS DEenT WE ENL. prE MEenkNL.-PrODuCTiEMOnSTEr Of uW kWEenLiTEiTSEvEenLuEenTiE. DE MEenSSEenprODuCTiE WOrDT GESTEenrT nEenDEenT WE jOuW hEBBNL. /BEvESTiGNL./IEenTiOn Op DiT MOnSTEr.
4) Q: HOE LEennG kEenn ik DiT MOnSTEr hEBBNL.?
Een : NEen hET OnTvEennGNL. vEenn DE STEEkprOEfprijzNL. NL. EenL MEenTEriEenEenL & OnTWErp DiE zijn /BEvESTiGNL./IED, DE SEenMpLE-TijD iS 5 DEenGNL. NL. kOEriErSDiNL.STNL. hEBBNL. MEESTEenL OnGEvEEr 3-4 DEenGNL. nODiG.